
De kracht van sport: voor een dubbeltje op de eerste rang?
De reportage 4 juli in Nieuwsuur maakte het pijnlijk duidelijk: van de Nederlandse gemeenten heeft 93 procent bezuinigd op sport of is dat van plan te doen. Sport wordt dus duurder voor iedereen?
Drie nieuwsberichten op één dag.
Bericht 1: staatssecretaris Jette Klijnsma van Economische Zaken wil dat gemeenten met een budget voor armoedebestrijding vooral kindpakketten gaat aanbieden, zodat arme kinderen toch nog zwemles kunnen krijgen of naar een sportvereniging kunnen gaan.
Bericht 2: vrijwel alle gemeenten in Nederland zeggen al te hebben bezuinigd op sport of verwachten dit te gaan doen, volgens de recessiepeiling van Mulier Instituut met VSG. De rekening wordt grotendeels doorgeschoven naar verenigingen. Daar stopt het natuurlijk niet: verenigingen zullen de rekening vervolgens presenteren bij hun leden: contributieverhoging, meer gaten vullen met ‘gedwongen’ vrijwilligerswerk en minder geld voor ondersteuning speciale doelgroepen.
Nederland Sportland
Dus wat doen we nu eigenlijk in ‘Nederland Sportland’? We halen aan de ene kant de algemene investeringen in de sport weg en vullen dit maar mondjesmaat aan met acties gericht op kwetsbare doelgroepen zoals kinderen uit arme gezinnen. Maar dat er een kindbudget is, wil niet zeggen dat ze dan ook daadwerkelijk zwemles krijgen of kennismaken met een leuke sport. Juist een gegarandeerd aanbod in de wijk of via school is de beste kans om iedereen te laten ervaren wat de kracht van sport is.
En dat is dan niet alleen voor kinderen van belang: mensen die economisch kwetsbaar zijn, zullen eerder afzien van sportdeelname als de contributie verder omhoog gaat.
Gelukkig is er ook nog bericht 3:
Gisteren presenteerde een groep gemotiveerde ‘future leaders’ hun eindconclusies over de kracht van de sport in de Stopera in Amsterdam, met Humberto Tan als dagvoorzitter en o.a. de panelleden: Amsterdamse wethouder Eric van der Burg en voorzitter Amsterdamse Sportraad Cees Vervoorn. En daar werd keer op keer de kracht van sport onderschreven. En dan niet vanwege het plezier dat je erin kunt hebben, maar juist vanwege de opbrengst voor harde domeinen: vermindering van schoolverzuim, de economische waarde van evenementen, betere schoolcijfers.
De waarde van sport
De eeuwige vraag: ‘kwantificeer de opbrengst van sport’ is daar eenduidig beantwoord: sport is net zo universeel als natuur, vriendschap, liefde. Als je het belang van zulke universele waarden wilt meten, dan ontkracht je daarmee juist de essentie van de kracht van sport!
Sport is leren omgaan met het leven: gaan we daar op bezuinigen? Of kijken we net wat verder dan de financiële polsstok lang is?
Zoals wethouder Eric van der Burg dat doet in Amsterdam: hij zet een anti-obesitasbeleid in met een looptijd van meer dan vijftien jaar. Vanuit zijn geloof in de preventieve werking van sport, richt hij zich niet alleen op de kiezer van nu, maar juist ook op de impact op de generatie van de toekomst. En dat is omdat hij – en gelukkig niet hij alleen – weet dat sport als geen ander domein oplossingen kan bieden voor maatschappelijke problemen als leefbaarheid, eenzaamheid, werkloosheid, schooluitval en overgewicht. Daar werken wij vanuit het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen al jaren aan mee.
Zo bezien zit je met sport eigenlijk voor een dubbeltje op de eerste rang… Maar laat dat dubbeltje dan geen stuiver worden!
http://www.mulierinstituut.nl/scrivo/asset.php?id=1086765
Deel
Meer opiniestukken: